‘Betrek mij gewoon’

Uitkomsten van casusonderzoek Ketenbreed Leren na intensieve, specialistische jeugdhulp

In het project Ketenbreed Leren verzamelden Accare, Curium, HHS, Horizon (onderdeel van iHUB) gegevens voor een systematische analyse van intensieve, specialistische hulpverleningstrajecten. Wat kunnen we leren van hulpverleningstrajecten die eindigen in jeugdhulp met verblijf? Deze vraag beantwoorden ouders, jeugdigen, professionals en beleidsmakers in het eindrapport van Ketenbreed Leren dat vandaag verschijnt. Welke factoren zijn belemmerend geweest of hebben juist geholpen om de hulp goed te laten verlopen? De onderzoekers tekenden levensverhalen op, bespraken verbeterpunten en maakten een start met een leer- en verbeterbeweging.

Belangrijke uitkomsten zijn dat ernstige problematiek meestal niet op zichzelf staat, dat jongeren en ouders zich vaak niet begrepen of gehoord voelen, dat wat zij nodig hebben niet altijd datgene is wat de hulpverlener of de organisatie kan bieden. Maar ook het belang van basale levensbehoeften komt in alle verhalen van jeugdigen en hun ouders naar voren: een veilige omgeving, een plek om te wonen en te mogen zijn wie je bent en een school waar je niet weggestuurd wordt omdat je gedrag anders is.

De onderzoekers haalden een scala aan bevindingen uit de levensverhalen die duiden op patronen. De hulp die de jongeren krijgen, richt zicht te vaak op de symptomen, maar sluit onvoldoende aan bij onderliggende oorzaken van de problemen. Daarnaast: jeugdigen lopen schade op binnen het speciaal onderwijs en in de zorg, terwijl positieve resultaten achterblijven. Jeugdigen en hun ouders voelen zich erg vaak niet gehoord, terwijl professionals wel hun best doen. Het volgen van onderwijs heeft te weinig prioriteit waardoor schoolcarrières meer dan regelmatig afgebroken worden. En tenslotte, ouders krijgen zelden aandacht voor hun eigen problemen, terwijl die een belangrijke rol spelen in de problematiek van het kind.

Het onderzoek laat indrukwekkende cijfers zien. Bijvoorbeeld over de hoeveelheid wisselingen die jongeren meemaken: in waar ze wonen en waar ze naar school gaan. Jongeren wisselen gemiddeld 8 tot 9 keer van woonplek, met hun eigen gezin, maar ook daarbuiten. En ze wisselen gemiddeld 4 keer van school. Er is weinig verbeelding nodig om te bedenken wat het effect daarvan is geweest op hun ontwikkeling.

De gegevens in Ketenbreed Leren zijn verzameld tijdens interviews, met vragenlijsten, met dossieronderzoek en tijdens groepsbijeenkomsten met de jeugdige, de ouder(s)/verzorger(s) en de betrokken professionals (leer- en reflectiesessies). Het onderzoek leidde tot 31 unieke levensverhalen met een aantal rode draden. Deze methodiek van casusreviews pakt positief uit.

Onbevooroordeeld luisteren naar het levensverhaal van een jeugdige, met aandacht voor schijnbaar onbeduidende details, lijkt helend voor zowel jongeren als ouders. Jongeren, ouders en hulpverleners krijgen een beter beeld van wat er gebeurd is en meer begrip voor elkaar. Jongeren en ouders krijgen erkenning dat ze het moeilijk hebben (gehad) en soms is er ook erkenning van ouders naar hun kinderen.

Ketenbreed Leren is uniek omdat de verhalen en de cijfers ons laten zien wat er mis gaat. Maar juist ook omdat het kansen biedt om te leren. Diezelfde ouders en jongeren die de vinger leggen op de ‘zere’ plekken, verwoorden ook waar ze behoefte aan hebben. Wat hen geholpen zou hebben op de moeilijkste momenten. Wat hen meer vertrouwen had gegeven en meer regie over hun eigen leven.

En daar liggen de kansen.

 

Lees hier het rapport ‘Betrek mij gewoon’.

Ketenbreed Leren is een mooi voorbeeld van een NUL-beweging. Volg de Beweging van nul ook op linkedin